Hoe wij kweken

Hoe we kweken...energie

Onze serres zijn voorzien van energiebesparende scherminstallaties, verwarming, koolzuurgas toediening (CO²), vernevelingsinstallaties, watergeefinstallaties, opvang, ontsmetting en hergebruik van drainwater.

Het klimaat in de serres wordt door een professionele computer gestuurd, waarbij zelfs intelligente regelingen proberen energie te besparen door planning van de energie inzet, rekening houdend met het verwachte weer buiten.

Ons bedrijf is ook uitgerust met een warmtekrachtkoppeling en grote buffers om warmte energie op te slagen.

Zo kunnen we elektriciteit maken wanneer deze duurder is en het grootste deel van de elektriciteit verkopen.

De warmte die vrijkomt bij de productie wordt opgeslagen in warmtebuffers (vergelijkbaar met een thermoskan).

Als de klimaatcomputer bepaalt dat er warmte nodig is in de serre(s), dan wordt de warmte van de warmtekrachtkoppeling gebruikt om de serres te verwarmen.

De warmtekrachtkoppeling bestaat uit een gasmotor met generator en rookgasreiniger en geeft een elektrisch rendement van 40%, wat niet de top is in de elektriciteitsproductie, maar toch nog gemiddeld is. Echter in de traditionele elektriciteitsproductie wordt met de “rest” warmte weinig gedaan, waardoor het totale rendement bij deze installaties slechts tussen de 40 en 70% is, wat dan duidelijk verschilt met onze elektriciteitsproductie.

Onze wkk een zeer hoog totaal rendement, reken op een 95%, doordat alle warmte die van de motor afkomt wordt opgevangen en de gereinigde uitlaatgassen dikwijls in de serre aangewend worden voor het koolzuurgas dat in de rookgassen zitten.

Door extra koolzuurgas (CO²) groeien de planten sneller, in de serre is namelijk niet voldoende luchtverversing van buiten waardoor onvoldoende koolzuurgas of CO² aangevoerd wordt voor optimale groei van de planten. Zodoende is onze elektriciteitsproductie veel duurzamer door het aanwenden van de CO² en heeft de wkk een gemiddeld 35% beter totaal rendement dan de meeste grote centrales in België.

Hoe we kweken… inzet van beestjes, schimmels, bacteriën

Er wordt maximaal biologisch gewerkt met beestjes, bacteriën en schimmels tegen schadelijke insecten, schimmels en bacteriën.

Een succesvolle bestrijding begint met het tijdig herkennen van de plagen, elke week preventief de planten controleren is noodzakelijk.

Hieronder enkele voorbeelden van ziekten en plagen en wat we er tegen doen.

Mogelijk kan je er informatie uithalen en voor uw tuin gebruiken. Denk er wel aan tijdig de beestjes in te zetten. Tegenwoordig kan je de beestjes ook kopen als particulier in de gespecialiseerde tuinhandel.

Er wordt nog veel onderzoek verricht naar nieuwe biologische middelen en er zullen de komende jaren nog vele biologische middelen op de markt komen, dus geef ons nog even tijd om nog milieuvriendelijker te werken.

Witte vlieg

Als de aantasting (te) ernstig is, begint de bovenkant van het blad te blinken en te plakken, kijk op de onderkant van de bladeren.

Mogelijk in bestrijders:

Sluipwesp Encarcia formosa en eretmocerus eremicus

Roofmijten Amblyseilus swirski en Amblyseius montdorensis die goed werken als ook trips aanwezig is.

Ook kan je spuiten met Preferal dit is de schimmel Paecilomyces fumosoroseus die op en in de witte vliegen groeit of spuiten met Bio-Pyretrex, een andere mogelijkheid is Limocide wat gemaakt is uit appelsienen is.

Trips

Is een zeer klein langwerpig beestje van 3mm lang en minder dan een millimeter breed, aan de bovenkant van het blad zie je witte kleine vlekjes in het blad, later kunnen ze licht bruin worden. De foto is vergroot, normaal zie je de vleugels niet. Tris kan bruin of zwart zijn.

In sommige teelten kan je Macrolophus gebruiken.

Mogelijke bestrijders:

– Amblyseius cucumerus,

– Orius, (lange opbouw periode)

– Amblyseius swirski werkt ook een beetje tegen witte vlieg

– Amblyseius montherensis, als witte vlieg een groter probleem is dan trips

Rupsen

Rupsen vreten gaten in de bladeren of eten langst de zijkant van de bladeren. Je hebt ze in veel verschillende kleuren en groottes.

Spuiten met een schimmelmiddel genaamd Xentari of Dippel de naam van de schimmel is Bacillus thuringiensis.

Deze schimmel werkt in op de kaakspieren van de rupsen waardoor de rupsen niet meer eten en dood gaan.

Je kan ook met lokstoffen de vlinders en motten proberen weg te vangen.

Spint

Spint komt meestal elk jaar in dezelfde periode op. De eerste tekenen zijn witte of goud-bruinig verkleurde stipjes op het blad. Als je webben ziet is het al zeer laat op biologisch te beginnen.

Preventief wordt de roofmijt Amblyseius californicus aangeraden, maar ik ben voorstander om direct, regelmatig, kleine hoeveelheden van de roofmijt Phytoseiulus persimillis in te zetten.

Verder kan je ook nog de galmug Feltiella acarisuga of de roofmijt Amblyseius andersoni inzetten.

Zorg voor geen te droog klimaat, niet te warm en geen wind in de planten, als wel aan deze voorwaarden is voldaan, plant spint zich zeer snel voort.

Luis

De bladeren kunnen ook beginnen plakken onder een haard luizen. Opmerkelijk is ook de witte vervelingen die je mogelijk nog eerder ziet dan de luizen. Luizen heb je ook in verschillende kleuren.

Mogelijke bestrijders zijn:

  • De sluipwesp Afhidius colemani,
  • De sluipwesp Afhidius ervi,
  • De galmug Aphidoletes aphidimyza,
  • De gaasvlieg Chrysoperla carnea
  • lieve heersbeestjes

Mineervlieg

Typisch zijn de gangen in het blad en de pop in de gangen of uit stekend.

De mineervlieg zelf is moeilijker te vinden.

Er zijn nuttige nematoden die tegen dit beestje werken. De naam is Steigernema feltiae.

Verder werken ook de sluipwesp Diglyphus isaea en Dacnusa sibirica tegen mineervliegen.

Wants

Nog geen biologische bestrijding mogelijk.

Valse meeldauw

Aan de bovenkant zie je bruine vlekken, de bruine vlekken zijn dikwijls afgelijnd tot tegen de nerven, aan de onderkant van het blad zie je zwart schimmelpluis.

Belangrijk is een droog klimaat, zor dat er geen lekken of spetten met water op de plant terecht komen.

Als je verder ook nog in een serre teelt met voldoende luchtbeweging en verwarming, ban je deze ziekte volledig uit.

Echte meeldauw of witziekte

Echte meeldauw of witziekte is een schimmel.

Een hogere (80%) stabiele luchtvochtgheid is belangrijk om deze ziekte te beperken.

Als biologische behandeling kan je Enzicur gebruiken alsook met bepaalde biologische en chemische bladmestoffen spuiten. Bijvoorbeeld siliciumhoudende meststoffen.

Botrytis

Botrytis kan je zowel op stengels, bladeren als de vruchten tegenkomen. Het is een schimmel, in de volksmond wordt dikwijls over ‘rot’ gesproken wanneer deze schimmel in een ver stadium is.

Een aktief droog klimaat is belangrijk.

(met actief wordt een beetje luchtbeweging bedoeld)

Zorg ook voor gezonde stevige planten door voldoende mest(stoffen) te geven aan de planten.

Prestop is de schimmel Gliocladium catenulatum die tegen Botrytis werk

Wortelziekten Pythium, Fusarium, Phytophthora,...

Zorg dat de grond niet te warm of te koud is. De juiste temperatuur is afhankelijk van groente tot groente maar algemeen kan je zeggen tussen 16°C en 22°C. Zeker niet boven de 30°C of onder de 12°C.

Verder ook een stabiele vochtigheid van de grond en zeker niet te nat.

Het is verstandig vanaf het begin Trianum te gebruiken, dit is een goedaardige schimmel die concurreert met slechte schimmels.

De schimmel Gliocladium catenulatum in Prestop werkt ook tegen Phytophthora

Zo doen wij dat:

Komkommers snijden

Zo doen wij dat:

Komkommers sorteren

Zo doen wij dat:

Clipsen en zakken

Zo doen wij dat:

Dieven onder

Zo doen wij dat:

Toppen en blad plukken

Zo doen wij dat:

Ranken aandraaien